1 - 10 - 2008
We leven in een tijd waarin we zijn omgeven door steeds meer, steeds complexere en steeds intelligentere systemen. Het is een fascinerende wereld, waarin mens en techniek elkaar bijna voortdurend tegenkomen. Onze beleving van die wereld loopt voornamelijk via apparaten en media, waarmee die beleving zelf ook verandert. Zo gaat onze fysieke omgeving steeds meer samen met onze digitale werkelijkheid, en andersom. Alles wordt met alles verbonden. Ik geloof dat uit de ontmoeting en verstrengeling van mens en techniek een maatschappij kan ontstaan die socialer en intelligenter is dan de huidige.
Er is echter één voorwaarde. Wanneer mens en techniek elkaar ontmoeten en er dus een interactie (een mens doet iets met een systeem en andersom) plaatsvindt, is het essentieel dat er sprake is van een prettige ervaring. De kwaliteit van het interactieproces, met andere woorden de gebruikerservaring, komt momenteel nog te vaak op een tweede plaats! En dit terwijl de interactie met een systeem (of het nu een fysiek apparaat is of een website) voor de gebruiker eigenlijk onzichtbaar hoort te zijn. Als je een hamer gebruikt, hoef je ook niet na te denken over de manier waarop je hem moet hanteren; dat spreekt immers voor zich. Zo zou het moeten zijn in de omgang met alle systemen. Een mens hoort daarbij niet te verdwalen en gefrustreerd te raken. Systemen horen gebruiksvriendelijk te zijn!
De visie die hieraan ten grondslag ligt is dat technologie altijd ten dienste staat van de mens, nu en zeker ook in de toekomst. In deze wereld vol snelle technologische ontwikkelingen is het essentieel om vanuit een mens- en gebruikergerichte optiek te denken. De ontwerpdiscipline die hier specifiek vanuit gaat is interaction design. Ontwerpers met deze achtergrond richten zich primair op het ontwerpen van interfaces en de achterliggende inhoud en structuur en werken daarmee aan het tot stand brengen van een prettige interactie tussen mens en techniek. Kortom: interaction design is de voorwaarde voor een maatschappij die haar mensen en techniek ten volle wil benutten.
Wanneer we aan deze voorwaarde voldoen, ontstaan in de omgang met systemen het vertrouwen, het plezier, de creativiteit en de voldoening waar zoveel behoefte aan is. Dan ontstaat een maatschappij waarin ‘power to the user’ geldt. Deze maatschappij is socialer, omdat niet de techniek maar de mens centraal staat en het belang van systemen direct gekoppeld is aan het dagelijkse gebruik ervan. Bovendien zijn mensen in deze maatschappij meer met elkaar verbonden. Naast de huidige (verticale) organisaties en instituten ontwikkelen mensen nieuwe informele manieren om zich te organiseren en samen te komen. Deze ogenschijnlijke ‘chaos’ is te verkiezen boven de orde die misleidt.
De nieuwe platforms die zo ontstaan brengen massainnovatie en collectieve creativiteit voort, omdat mensen wereldwijd met elkaar in verbinding staan en kunnen voortbouwen op elkaar. Er is speelruimte. Zodoende wordt de maatschappij ook intelligenter. Er is sprake van een voortdurende en laagdrempelige uitwisseling van kennis en informatie. Gekoppeld aan de fysieke omgeving geeft dit een nieuwe gelaagdheid aan onze wereld. De kennis zal altijd en overal, gelokaliseerd en gepersonaliseerd, toegankelijk zijn. En dat niet alleen; in de toekomstige maatschappij zal kennis ook beter vindbaar zijn. Naast de hiërarchische structuren zal informatie op basis van de context en semantiek worden gevonden en gekoppeld. De vindbaarheid van informatie zal hierdoor toenemen en dit zal zowel de gebruiker als de maatschappij als geheel intelligenter maken.
Dat is de maatschappij waar ik voor wil staan. Om er te komen zullen we de gebruiker altijd centraal moeten blijven stellen.